Vocabulum Online Overhoren


Woordenlijst: Opdr. 24

Duits - Nederlands

Naam: Opdr. 24

Omschrijving:

Toegevoegd op: woensdag 16 janauri 2008

Categorie: Hoofdstuk 4

 

Primaire taal: Duits

Secundaire taal: Nederlands

 

Aantal keer gedownload: 81

Aantal keer overhoord: 8

 

AddThis Social Bookmark Button
Duits Opmerking (Duits) Nederlands Opmerking (Nederlands)
1 Was ist es? Wat is het?
2 Es ist ein Ding Het is een ding
3 Es ist ein Gebrauchsgegenstand Het is een gebruiksvoorwerp
4 Wie groß ist es? Hoe groot is het?
5 Es ist klein/groß Het is klein/groot
6 Es ist kurz/lang Het is kort/lang
7 Es ist dünn/dick Het is dun/dik
8 Es ist schmal/breit Het is smal/breed
9 Welche Form hat es? Welke vorm heeft het?
10 Es ist rund/stumpf/spitz Het is rond/stomp/spits
11 Es ist viereckig Het is vierhoekig
12 Es ist rechteckig Het is rechthoekig
13 Welche Farbe? Welke kleur?
14 Es ist rot/blau/grün Het is rood/blauw/groen
15 schwarz/weiß/violett/gelb/braun zwart/wit/paars/geel/bruin
16 Es ist naturfarben Het heeft een natuurkleur
17 Es ist gemustert Het heeft een patroon
18 Aus welchem Material ist es hergestellt? Van welk materiaal is het gemaakt?
19 Es ist aus Stoff/Leder Het is van stof/leer
20 Glas/Papier/Holz/Eisen glas/papier/hout/ijzer
21 Metall/Stein/Plastik/Kunststoff metaal/steen/plastic/kunststof
22 Wo findet man es? Waar vindt men het?
23 Man findet es im Garten/im Haus Men vindt het in de tuin/het huis
24 Man findet es in der Küche Men vindt het in de keuken
25 Man findet es in der Luft Men vindt het in de lucht
26 Es ist drinnen/draußen Het is binnen/buiten
27 Wo wird es verwendet? Waar wordt het gebruikt?
28 Man verwendet es in der Schule Men gebruikt het in de school
29 auf der Straße/in der Sporthalle op straat/in de sporthal
30 im Wohnzimmer/im Arbeitszimmer in de woonkamer/in de werkkamer
31 im Badezimmer in de badkamer
32 Wozu benutzt man es? Waarvoor gebuikt men het?
33 Man verwendet es, um zu Men gebruikt het om te
34 Man brauchst es, um Men heeft het nodig om
35 basteln/schneiden/kleben knutselen/snijden/plakken
36 hören/shen/fahren horen/zien/rijden
Vocabulum Online Overhoren help

Help voor deze pagina:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken