Vocabulum Online Overhoren


Woordenlijst: Hoofdstuk 8 - Traumatisch

Duits - Nederlands

Naam: Hoofdstuk 8 - Traumatisch

Omschrijving:

Toegevoegd op: donderdag 10 janauri 2008

Categorie: Na Klar! 3 vwo

 

Primaire taal: Duits

Secundaire taal: Nederlands

 

Aantal keer gedownload: 115

Aantal keer overhoord: 6

 

AddThis Social Bookmark Button
Duits Opmerking (Duits) Nederlands Opmerking (Nederlands)
1 der Abschluss de afsluiting
2 auf jeden fall in ieder geval
3 die Blitzkarriere de bliksemcarrière
4 keinen Bock auf etwas haben geen zin in iets hebben
5 entscheiden beslissen
6 entschieden beslist
7 der Gang de versnelling
8 die Gänge de versnellingen
9 halt nu eenmaal
10 ins Ausland naar het buitenland
11 ja immers
12 Jura rechten
13 die Nachrichten het nieuws
14 niederig laag
15 ob of
16 die Oberstufe de bovenbouw
17 der Schriftsteller de schrijver
18 selbstsicher zelfverzekerd
19 sonst anders
20 trotzdem desondanks
21 unterschiedlich verschillend
22 die Schule wechseln van school veranderen
23 das Wahlfach het keuzevak
24 zum Teil gedeeltelijk
25 das Geheimnis het geheim
26 die Geheimnisse de geheimen
27 dar Irrtum de vergissing
28 das Kino de bioscoop
29 die Kinos de bioscopen
30 verschüssln coderen
31 ernst nehmen serieus nemen
32 der Alptraum de nachtmerrie
33 die Alpträume de Nachtmerries
34 das Ungeheuer het monster
35 die Ungeheuer de monsters
36 das Beispiel het voorbeeld
37 die Beispiele de voorbeelden
38 empfinden ervaren, voelen
39 überqueren oversteken
40 der Schlamassel pech, tegenslag, gedonder
41 der Vorschlag het voorstel
42 die Vorschläge de voorstellen
43 vorhersagen voorspellen
44 wurmstichig wormstekig, met een worm er in
45 der Gipfel de top
46 die Gipfel de toppen
47 die Warnung de waarschuwing
48 bellen blaffen
49 der Außenseiter het buitenbeentje
50 vorgaukeln voortoveren, voorspiegelen
51 der Buchstabe de letter
52 die Buchstaben de letters
53 Ik weet niet wanneer mijn vader tijd heeft. Ich weiß nicht, wann mein Vater Zeit hat.
54 Waar heb ik deze eer dan aan te danken? Wie komme ich denn zu diese Ehre?
55 Toen ik tien was, verhuisden wij naar Berlijn. Als ich zehn war, zogen wir nach Berlin
56 Ik weet niet of Zuid-Amerika mij zou bevallen. Ich weiß nicht, ob mir Südamerika gefallen würde.
57 Ik wil bedanken. Ich möchte mich bedanken.
58 Maar dat was toch vanzelfsprekend! Aber das war doch selbstverständlich!
59 niet alleen - maar ook nicht nur - sondern auch
60 of - of entweder - oder
61 je - desto hoe - des te
62 zowel - als ook sowohl - als auch
63 tamelijk ziemlich
64 op de televisie im Fernsehen
65 Dat was tof Das war vielleicht klasse!
66 Daar heb je gelijk in Da hast du Recht.
67 Hoe heet hij ook al weer? Wie heißt er doch gleich?
68 Heb jij al plannen voor morgenavond? Hast du morgen Abend schon was vor?
69 Je zou morgen naar mij kunnen komen. Du könntest morgen zu mir kommen.
70 wanhopig zijn verzweifelt sein
71 het geld ergens vandaan halen das Geld auftreiben
72 op tijd rechtzeitig
73 durven sich trauen
74 in aanmerking komen In Frage kommen
75 de acteur der Schauspieler
76 zenuwachtig nervös
77 Ik ben er blij om. Ich freue mich darüber.
78 Ik meen dat heel eerlijk. Ich meine das ganz ehrlich.
79 Wat moet ik doen? Was soll ich tun?
80 In deze film gaat het over... In diesem Film geht es um...
81 Dat haat ik Das hasse ich
82 Ik kan die film echt aanbevelen Ich kann den Film sehr empfehlen
Vocabulum Online Overhoren help

Help voor deze pagina:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken