Vocabulum Online Overhoren


Woordenlijst: Hoofdstuk 5 - Krach!

Duits - Nederlands

Naam: Hoofdstuk 5 - Krach!

Omschrijving:

Toegevoegd op: donderdag 10 janauri 2008

Categorie: Na Klar! 3 vwo

 

Primaire taal: Duits

Secundaire taal: Nederlands

 

Aantal keer gedownload: 122

Aantal keer overhoord: 19

 

AddThis Social Bookmark Button
Duits Opmerking (Duits) Nederlands Opmerking (Nederlands)
1 abtrocknen afdrogen
2 aufheben bewaren
3 aufkreuzen verschijnen, opduiken
4 der Bekannte de kennis
5 bitten verzoeken
6 gebeten verzocht
7 dennoch toch
8 geschickt handig
9 Gewissensbisse haben gewetensbezwaren hebben
10 in der Nähe sein in de buurt zijn
11 kapieren begrijpen
12 das Märchen het sprookje
13 misstrauisch wantrouwig
14 mithören meeluisteren
15 setz dich ga zitten
16 sich entschließen besluiten
17 sich entschlossen besloten
18 streicheln strelen
19 das Tonstudio de geluidsstudio
20 überlegen sein de baas zijn
21 ungerecht oneerlijk
22 zelten kamperen
23 zufällig toevallig
24 fies gemeen
25 jemanden fertig machen iemand kapot maken
26 jemanden verletzen iemand pijn doen
27 die Decke de deken
28 immerhin tenslotte
29 sich erholen zich ontspannen, uitrusten
30 anmachen lastig vallen
31 körperlich lichamelijk
32 auf einen Typ stehen een jongen leuk vinden
33 harmlos onschuldig
34 der Klassensprecher de klassenvertegenwoordiger
35 die Wahl de keuze
36 einladen uitnodigen
37 die Ausrede het smoesje
38 die Ausreden de smoesjes
39 ins Aus stellen buitenspel zetten
40 mittlerweile ondertussen
41 beneiden benijden
42 neidisch jaloers
43 die Hölle de hel
44 unbeteiligt niet betrokken
45 den Job schmeißen de baan opgeven
46 nachäffen naäpen, imiteren
47 abfällig afkeurend, afwijzend
48 petzen klikken
49 sich entscheiden beslissen
50 die Beratung het advies
51 de tafel der Tisch
52 Leg het op tafel! Lege es auf den Tisch!
53 Ik heb het op tafel gelegd. Ich habe es auf den Tisch gelegt.
54 de tv-gids das Programmheft
55 de zitbank die Couch
56 Ga op de bank zitten! Setz dich auf die Couch!
57 Hij is op de bank gaan zitten. Er hat sich auf die Couch gesetzt.
58 de tv der Fernseher
59 de koelkast der Kühlschrank
60 de muur die Wand
61 Hang het aan de muur! Häng es an die Wand!
62 Heb je het aan de muur opgehangen? Hast du es an die Wand gehängt?
63 de keuken die Küche
64 Zet het in de keuken! Stell es in die Küche!
65 Heeft u het in de keuken gezet? Haben Sie es in die Küche gestellt?
66 de markt der Markt
67 de hoek die Ecke
68 de hoeken die Ecken
69 op de hoek bij de Italiaan an der Ecke beim Italiener
70 de logeerkamer das Gästezimmer
71 de logeerkamers die Gästezimmer
72 Ik ging naar mijn kamer Ich ging auf mein Zimmer
73 gaan staan sich stellen
74 naar bed gaan ins Bett gehen
75 gaan zitten sich setzen
76 's middags am Nachmittag
77 de avond der Abend
78 de avonden die Abende
79 's nachts in der Nacht
80 in de tussentijd in der Zwischenzeit
81 de minuut die Minute
82 de minuten die Minuten
83 het kwartier die Viertelstunde
84 de maand der Monat
85 de maanden die Monate
86 over een week in einer Woche
87 een dag geleden vor einem Tag
88 op woensdag am Mittwoch
Vocabulum Online Overhoren help

Help voor deze pagina:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken