Vocabulum Online Overhoren


Woordenlijst: 3HV étape 9 exercice 2,3,4,5

Nederlands - Frans

Naam: 3HV étape 9 exercice 2,3,4,5

Omschrijving:

Toegevoegd op: donderdag 1 november 2007

Categorie: Mijn woordenlijsten

 

Primaire taal: Nederlands

Secundaire taal: Frans

 

Aantal keer gedownload: 93

Aantal keer overhoord: 6

 

AddThis Social Bookmark Button
Nederlands Opmerking (Nederlands) Frans Opmerking (Frans)
1 Wat ga je doen? Qu'est-ce que tu vas faire?
2 Wat nemen jullie? Qu'est-ce que vous prenez?
3 Wat is belangrijk? Qu'est-ce qui est important?
4 Wat is er? Qu'est-ce qu'il y a ?
5 Wat begrijp je niet? Qu'est-ce que tu ne comprends pas?
6 Wat is jullie auto? Quelle est votre voiture?
7 Wat vervuilt het meest? Qu'est-ce qui pollue le plus?
8 Waaraan denk je nu? A quoi est-ce que tu penses maintenant?
9 Wat zijn jouw problemen? Quels sont tes problèmes?
10 Wat is haar adres? Quelle est son adresse?
11 Waarvoor ben je bang? De quoi est-ce que tu as peur?
12 Waarmee ga je dat doen? Avec quoi est-ce que tu vas faire cela?
13 Wat geloof je niet? Qu'est-ce que tu ne crois pas?
14 Wat wil je weten? Qu'est-ce que tu veux savoir?
15 Wat hebben jullie gemaakt? Qu'est-ce que vous avez fait?
16 Wat is het mooist? Qu'est-ce qui est le plus beau?
17 Wat is het verschil? Quelle est la différence?
18 Wat zijn de oplossingen? Quelles sont les solutions?
19 Wat bezielt je? Qu'est-ce qui te prend?
20 Wat gaan we drinken? Qu'est-ce que nous allons boire?
21 Waar hou je van? Qu'est-ce que tu aimes?
22 Waar houdt hij zich mee bezig? De quoi est-ce qu'il s'occupe?
23 Wat heb je nodig? De quoi est-ce que tu as besoin?
24 Wat is jouw leeftijd? Quel est ton âge?
25 Wat is de hoofdstad van Italie? Quelle est la capitale de l'Italie?
26 Wat wil je organiseren? Qu'est-ce que tu veux organiser?
27 Wat is volgens jou het beste? Qu'est-ce qui est le mieux selon toi?
28 Wat lees je nu? Qu'est-ce que tu lis maintenant?
29 Wat is moeilijk? Qu'est-ce qui est difficile?
30 Wat heeft hij geopend? Qu'est-ce qu'il a ouvert?
31 Wat wil dat zeggen? Qu'est-ce que cela veut dire?
32 Wat heeft hij geantwoord? Qu'est-ce qu'il a répondu?
33 Wat zou jij doen? Qu'est-ce que tu ferais?
34 Wat moet je doen? Qu'est-ce que tu dois faire?
35 Wat gaan jullie kiezen? Qu'est-ce que vous allez choisir?
36 Wat mis je? Qu'est-ce qui te manque?
37 Wat is goed voor de gezondheid? Qu'est-ce qui est bon pour la santé?
38 Wat interesseert je? Qu'est-ce qui t'intéresse?
39 Wat is de naam van je opa? Quel est le nom de ton grand-père?
40 Wat is het beste produkt? Quel est le meilleur produit?
Vocabulum Online Overhoren help

Help voor deze pagina:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken