1 |
Absolutisme |
Regeringsvorm waarbij de vorst alle macht in handen heeft. Volgens de vorst was hij door God aangesteld om zijn onderdanen te besturen. De onderdanen waren verplicht de vorst te gehoorzamen. |
2 |
Autocratie |
Een regering door één persoon |
3 |
Barok |
Kunststijl die een voortzetting was van de Renaissance, maar in een uitbundiger vorm |
4 |
Conservatisme |
Stroming die de samenleving wil houden zoals deze is (dus geen verandering wil invoeren) |
5 |
Factorij |
Handelspost in een niet-westerse wereld, bestaande uit een haven, enkele pakhuizenen woningen voor Europese kooplieden. |
6 |
Hervorming |
De afscheiding van de katholieke Kerk door de protestanten in de 16e eeuw. |
7 |
Indianen |
Oorspronkelijke bewoners van Amerika |
8 |
Islam |
Godsdienst ui het Midden-Oosten, gesticht door Mohammed. Letterlijk:'onderwerping aan de wil van God'. |
9 |
Kapitalisme |
Economie waarbij de grond en de bedrijven eigendom zijn van de ondernemers. De ondernemers willen een zo groot mogelijke winst maken. |
10 |
Kolonistatie |
Het streven van Europese landen om in andere werelddelen gebieden te veroveren. Zo'n veroverd gebied was dan een kolonie van het Europese land (moederland) |
11 |
Kolonie |
Een groot veroverd gebied waarin landgenoten van de veroveraars zich konden of kunnen vestigen. |
12 |
Kolonisatie |
Het door een wersterse staat in bezit nemen van gebieden in de niet-westerse wereld om landgenoten daar een nieuw bestaan te laten bouwen. |
13 |
Liberalisme |
Stroming die zoveel mogelijk vrijheid op alle gebieden van de samenleving wil. |
14 |
Nieuwe Tijd |
De periode in de geschiedenis van West-Europa die volgt op de Middeleeuwen. |
15 |
Nieuwst Tijd |
De periode die volgt op de Nieuwe Tijd en duurt tot onze tijd. |
16 |
Parlement |
Volksvertegenwoordiging. In het parlement ziten door de bevolking met algemeen kiesrecht gekozen vertegenwoordigers. In Nederland: de Eerst en de Tweede kamer. Zij hebben in het land de macht. |
17 |
Reformatie |
De afscheiding van de katholieke Kerk door de protestanten in de 16e eeuw. |
18 |
Renaissance |
Periode waarin nieuwe belangstelling voor de Grieks-Romeinse cultuur ontstond; begon na de Middeleeuwen. |
19 |
Revolutie |
Een grote verandering in de samenleving, die in een kort tijd plaatsvindt, meestal met geweld. |
20 |
Romantiek. |
Kunststroming in de 19e eeuw waarin het gevoel en de vlucht naar het verleden en naar andere culturen belangrijk waren. |
21 |
Slaven |
Mensen die het bezit zijn van andere mensen. |
22 |
Slavenhandel |
Met dit begrip wordt meestal de handel van Afrikaanse slavan naar Amerika van de 17de ton in de 19de eeuw bedoeld. In die tijd, ook eerder en later, bestond slavenhandel ook elders. |
23 |
Socialisme |
Een stroming die op sociaal gebied gelijkheid belangrijk vindt. Op economisch gebied moeten de grond en bedrijven eigendom zijn van de gemeenschap. |
24 |
Standplaatsgebondenheid |
Alle ervaringen van een mens die van invloed zijn op zijn denken en handelen. |
25 |
VOC |
Grote handelsonderneming die het monopolie had van de handel met Azië; de VOC stichtte de Nederlands kolonie Oost-Indië. |
26 |
Wereldeconomie |
Handel tussen de werelddelen. |
27 |
WIC |
Grote handelsonderneming tjdens de Republiek; had het monopolie van de handel met Amerika, deed ook aan kaapvaart en slavenhandel. |
28 |
Wetenschappelijke Revolutie |
Nieuwe manier van onderzoeken waardoor het leven van veel mensen sterk veranderde. |