Vocabulum Online Overhoren


Woordenlijst: Kap5 Lernliste compleet

Duits - Nederlands

Naam: Kap5 Lernliste compleet

Omschrijving:

Toegevoegd op: maandag 21 april 2008

Categorie: Neue Kontakte 2 thv

 

Primaire taal: Duits

Secundaire taal: Nederlands

 

Aantal keer gedownload: 96

Aantal keer overhoord: 46

 

AddThis Social Bookmark Button
Duits Opmerking (Duits) Nederlands Opmerking (Nederlands)
1 Das liegt in Bayern Dat ligt in Beieren.
2 Er wohnt in der Schweiz. Hij woont in Zwitserland.
3 in Österreich in Oostenrijk
4 Wir fahren nach München. Wij gaan naar München.
5 Schickst du mir eine E-Mail? Stuur je mij een e-mail ?
6 Grüß Gott! goedendag - in Oostenrijk, Zwitserland en Zuid-Duitsland
7 Guten Tag! Goedendag!
8 in den Niederlanden in Nederland
9 im Winter in de winter
10 im Sommer in de zomer
11 die Bäckerei de bakkerij
12 die Metzgerei de slagerij
13 die Tankstelle het benzinestation
14 das Kaufhaus het warenhuis
15 das Postamt het postkantoor
16 die Konditorei banketbakkerij (met lunchroom)
17 der Imbiss de snackbar
18 der Bahnhof het station
19 das Geschäft de winkel
20 die Kirche de kerk
21 das Krankenhaus het ziekenhuis
22 das Internet-Café het internetcafé
23 Er geht zu seinem Freund. Hij gaat naar zijn vriend.
24 in der Nähe von in de buurt van
25 Ski fahren skiën
26 Wie komme ich zum Postamt? Hoe kom ik bij het postkantoor?
27 der Supermarkt de supermarkt
28 Entschuldigung! Pardon, sorry.
29 Wie spät gehst du nach Hause? Hoe laat ga jij naar huis?
30 nach links naar links
31 nach rechts naar rechts
32 suchen zoeke
33 die Straße de straat
34 da drüben daarginds
35 die dritte Straße rechts de derde straat rechts
36 immer geradeaus altijd rechtdoor
37 dann über die Brücke dan over de brug
38 Nach 300m gehst du links. Na 300m ga je links.
39 also dus
40 bei den Ampeln bij de stoplichten
41 richtig juist/goed
42 falsch fout
43 Danke schön! Dankjewel! / Dankuwel!
44 Bitte sehr! Alsjeblieft! / ALstublieft!
45 dürfen mogen
46 Darf ich Sie etwas fragen? Mag ik u iets vragen?
47 Darf ich dich etwas fragen? Mag ik jou iets vragen?
48 können kunnen
49 Können Sie mir helfen? Kunt u mij helpen?
50 fahren rijden
51 Du fährst zurück. Jij rijdt terug.
52 Tut mir Leid! Het spijt me!
53 zuerst eerst
54 an der Ecke op de hoek
55 die Apotheke de apotheek
56 wieder weer
57 Mal nachdenken. Even nadenken.
58 die Kreuzung de kruising
59 an der Kreuzung op/bij de kruising
60 Da siehst du es schon. Daar zie je het al.
61 Nicht so schnell bitte. Niet zo snel a.u.b.
62 Können Sie das wiederholen? Kunt u dat herhalen?
63 genau precies
64 der Kreisverkehr de rotonde
65 Ich bin auch fremd hier! Ik ben hier niet bekend!
66 das Museum het museum
67 die Disko de discotheek
68 Aber klar. Aber natürlich.
69 das Dorf het dorp
70 die Stadt de stad
71 die Buchhandlung de boekhandel
72 der Laden de winkel
73 der Marktplatz het marktplein
74 die Bank de bank
75 man men
76 das Rathaus het stadhuis
77 das Fest het feest
78 wichtig belangrijk
79 werden worden, zullen
80 Wir werden da sein. Wij zullen er zijn.
81 nämlich namelijk
82 eigentlich eigenlijk
83 feiern feesten
84 Ich bin froh. Ik ben blij.
85 teuer duur
86 Schau mal! Kijk eens!
87 die Kuh de koe
88 parken parkeren
89 Moment mal. Einen Moment, bitte.
90 richtig juist / goed
91 Das stimmt. Dat klopt.
92 teuer duur
93 billig goedkoop
94 schnell snel
95 langsam langzaam
96 die Geschäfte de winkels
97 die Cafés de café's
98 die Straßen de straten
99 die Kühe de koeien
100 die Städte de steden
101 die Dörfer de dorpen
Vocabulum Online Overhoren help

Help voor deze pagina:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken