Vocabulum Online Overhoren


Woordenlijst: Kap1 Redemittel K

duits - nederlands

Naam: Kap1 Redemittel K

Omschrijving:

Toegevoegd op: maandag 21 april 2008

Categorie: Neue Kontakte 1 thv

 

Primaire taal: duits

Secundaire taal: nederlands

 

Aantal keer gedownload: 84

Aantal keer overhoord: 25

 

AddThis Social Bookmark Button
duits Opmerking (duits) nederlands Opmerking (nederlands)
1 Guten Tag! Goedendag!
2 Wie heißt du? Hoe heet jij?
3 Wo wohnst du? Waar woon jij?
4 Wie alt bist du? Hoe oud ben jij?
5 Was ist deine Adresse? Wat is jouw adres?
6 In welche Klasse gehst du? In welke klas zit jij?
7 Und du? En jij?
8 Wie geht es dir? Hoe gaat het met jou?
9 Wie bitte? Wat zeg je?
10 Guten Morgen! Goede morgen!
11 Ich heiße Christoph. Ik heet Christoph.
12 Ich wohne in Wien. Ik woon in Wenen.
13 Ich bin dreizehn. Ik ben dertien.
14 Meine Adresse ist Schulstraße 39. Mijn adres is Schoolstraat 39.
15 Ich gehe in die achte Klasse. Ik zit in de tweede klas.
16 in die siebte Klasse. In de eerste klas. .
17 Ach, es geht mir nicht schlecht. Ach, het gaat niet slecht met mij.
18 Es geht mir gut. Het gaat goed met mij.
19 Entschuldigung, wie heißen Sie? Pardon, hoe heet u?
20 Wer sind Sie? Wie bent u?
21 Woher kommen Sie? Waar komt u vandaan?
22 Wie alt sind Sie? Hoe oud bent u?
23 Welche Adresse haben Sie? Welk adres hebt u?
24 Sind das Ihre Kinder? Zijn dat uw kinderen?
25 Mein Name ist Braun. Mijn naam is Braun.
26 Ich bin Peter Engel. Ik ben Peter Engel.
27 Ich komme aus Bern. Ik kom uit Bern.
28 Ich bin 43 Jahre alt. Ik ben 43 jaar oud.
29 Die Adresse ist Domplatz 98. Het adres is Domplein 98.
30 Nein, ich habe überhaupt keine Kinder. Nee, ik heb helemaal geen kinderen.
31 Woher kommt unsere Deutschlehrerin? Waar komt onze lerares Duits vandaan?
32 Sie kommt aus Berlin. Ze komt uit Berlijn.
33 Wie heißt Sie? Hoe heet ze?
34 Sie heißt Barbara Ze heet Barbara.
35 Was ist ihre Telefonnummer? Wat is haar telefoonnummer?
36 Ihre Nummer ist 0049-30-6238751. Haar nummer is 0049-30-6238751.
37 Wo wohnt er? Waar woont hij?
38 Er wohnt in Krefeld, das ist in Deutschland. Hij woont in Krefeld, dat is in Duitsland.
39 Wo liegt Krefeld? Waar ligt Krefeld?
40 In der Nähe von Venlo. In de buurt van Venlo.
41 Ist das sein Bruder? Is dat zijn broer?
42 Nein, das ist ihr Bruder! Nee, dat is haar broer!
43 Kommst du mit in die Stadt? Ga je mee naar de stad?
44 Nein, ich muss noch Hausaufgaben machen. Nee, ik moet nog huiswerk maken.
45 Auf Wiedersehen! Tot ziens!
46 Tschüs! Doei!
47 Neunzig minus sechzehn ist.. Negentig min zestien is..
48 vierundsiebzig vierenzeventig
49 Zwölf und fünf ist.. Twaalf en vijf is..
50 siebzehn zeventien
Vocabulum Online Overhoren help

Help voor deze pagina:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken