Vocabulum Online Overhoren


Woordenlijst: Kap6 Lernliste-alle woorden

Duits - Nederlands

Naam: Kap6 Lernliste-alle woorden

Omschrijving:

Toegevoegd op: maandag 21 april 2008

Categorie: Neue Kontakte 1 bkgt

 

Primaire taal: Duits

Secundaire taal: Nederlands

 

Aantal keer gedownload: 67

Aantal keer overhoord: 11

 

AddThis Social Bookmark Button
Duits Opmerking (Duits) Nederlands Opmerking (Nederlands)
1 Ich gehe in die Schule. Ik ga naar school.
2 Niederländisch kann ich gut. Nederlands kan ik goed.
3 Ich gehe in die siebte Klasse. Ik zit in de eerste klas.
4 am Samstag op zaterdag
5 Am Sonntag habe ich frei. Op zondag heb ik vrij.
6 schon al
7 Ich habe 30 Stunden. Ik heb 30 uur.
8 Mein Lieblingsfach ist Englisch. Mijn lievelingsvak is Engels.
9 Geschichte geschiedenis
10 das Fach het vak
11 die Fächer de vakken
12 wissen weten
13 Ich weiß es! Ik weet het!
14 Wie spät ist es? Hoe laat is het?
15 Es ist halb elf. Het is half elf.
16 Viertel vor zwölf kwart voor twaalf
17 Es ist zehn nach vier. Het is tien over vier.
18 Um sechs Uhr. Om zes uur.
19 Es ist eins. Het is één uur.
20 Montag maandag
21 Dienstag dinsdag
22 Mittwoch woensdag
23 Donnerstag donderdag
24 Freitag vrijdag
25 zwanzig Minuten twintig minuten
26 Die erste Stunde beginnt um acht Uhr. Het eerste uur begint om acht uur.
27 Heute habe ich keine Schule. Vandaag heb ik geen school.
28 Was macht er? Wat doet hij?
29 Er arbeitet am Samstag. Hij werkt op zaterdag.
30 der Bauer de boer
31 die Schweiz Zwitserland
32 Wann hast du Deutsch? Wanneer heb jij Duits?
33 Sport findet sie toll! Gym vindt zij klasse!
34 Mathe wiskunde
35 Technik techniek
36 die Hausaufgaben het huiswerk
37 Biologie biologie
38 Wirtschaftslehre economie
39 Was hast du die dritte Stunde? Wat heb jij het derde uur?
40 erste, zweite, eerste, tweede,
41 dritte, vierte, derde, vierde,
42 fünfte, sechste, vijfde, zesde,
43 siebte, achte zevende, achste
44 Wie findest du Physik? Hoe vind jij natuurkunde?
45 der Lehrer de leraar
46 die Lehrerin de lerares
47 Was sind Sie von Beruf? Wat bent u van beroep?
48 Ich habe keine Uhr. Ik heb geen horloge.
49 von elf bis zwölf van elf tot twaalf
50 In Deutsch habe ich eine Zwei. Voor Duits heb ik een acht.
51 Was hast du in Kunst? Wat heb je voor beeldende vorming?
52 Bist du gut in Französisch? Ben jij goed in Frans?
53 Chemie scheikunde
54 dauern duren
55 aufstehen opstaan
56 frühstucken ontbijten
57 jeden Tag elke dag
58 am Computer op de computer
59 der Schüler de leerling
60 die Schülerin de leerlinge
61 der Krankenpfleger die Krankenschwester «»
Vocabulum Online Overhoren help

Help voor deze pagina:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken