Vocabulum Online Overhoren


Woordenlijst: Follow Up: 111-120

English - Dutch

Naam: Follow Up: 111-120

Omschrijving:

Toegevoegd op: maandag 21 april 2008

Categorie: Follow Up

 

Primaire taal: English

Secundaire taal: Dutch

 

Aantal keer gedownload: 100

Aantal keer overhoord: 10

 

AddThis Social Bookmark Button
English Opmerking (English) Dutch Opmerking (Dutch)
1 to be fed up het zat zijn
2 to restore herstellen
3 anger woede
4 to bother moeite doen
5 bond band
6 to consider rekening houden met
7 mutual wederzijds
8 to resign oneself to berusten in
9 to control beheersen
10 control beheersing
11 to inhibit remmen
12 inhibition remming
13 disregard onverschilligheid
14 delight vreugde
15 delighted erg blij
16 hatred haat
17 wrath toorn
18 to stagger verbijsteren
19 to dismiss afdoen; wegwuiven
20 to relate to kunnen opschieten met
21 to retain bewaren
22 to disappoint teleurstellen
23 disappointment teleurstelling
24 to appeal to aantrekken
25 appeal aantrekkingskracht
26 to exist bestaan
27 existence bestaan
28 sorrow verdriet
29 grief verdriet
30 to mourn rouwen om
31 sensitive gevoelig
32 sensitivity gevoeligheid
33 cheerful opgewekt
34 weird vreemd; griezelig
35 pity medelijden
36 release opluchting
37 to bewilder verbijsteren
38 bewilderment verbijstering
39 compasiion medelijden
40 compassionate vol medelijden
41 distaste afschuw; walging
42 distasteful smakeloos
43 pitiful erbarmelijk
44 to annoy ergeren
45 annoyance ergernis
46 to urge aansporen
47 urge (aan)drang
48 fit aanval; vlaag
49 remorse wroeging
50 ruthless meedogenloos
51 remorseless meedogenloos
52 dismay ontzetting; afschuw
53 pathetic zielig
54 pathetic aandoenlijk
55 shy verlegen
56 timidity verlegenheid
57 mood stemming
58 to reproach verwijten
59 eager verlangend
60 genial hartelijk
61 awe ontzag; vrees
62 misgivings twijfels
63 to lament betreuren
64 perplexed met stomheid geslagen
65 to rejoice zich verheugen
66 to excite opwinden
67 flurry nerveuze drukte
68 to subdue onderdrukken
69 to subdue bedwingen
70 stupendous verbazingwekkend
71 to long for verlangen naar
72 a nuisance iets vervelends
73 to depress deprimeren
74 to reassure geruststellen
75 to tolerate dulden
76 intolerable ondraaglijk
77 tolerant verdraagzaam
78 towards tegenover
79 obsessed bezeten
80 to admire bewonderen
81 admirable bewonderenswaardig
82 admiration bewondering
83 haunted house spookhuis
84 to take into account rekening houden met
85 to take into consideration rekening houden met
86 to affect beïnvloeden
87 to affect raken
88 to deplore betreuren
89 deplorable zeer slecht
90 to loathe walgen van
91 to haunt achtervolgen
92 to frighten bang maken
93 contempt minachting
94 marvellous schitterend
95 passion hartstocht
96 passionately hartstochtelijk
97 despair wanhoop
98 to despair wanhopen
99 desperate wanhopig
100 to bother dwars zitten
101 to exaggerate overdrijven
102 to offend beledigen
103 offence belediging
104 security zekerheid
105 security veiligheid
106 gorgeous schitterend
107 magnificent schitterend
108 revolting afschuwelijk
109 to resent bezwaar hebben tegen
110 resentment wrok
111 to startle laten schrikken
112 secure veilig; zeker
113 contemptible gemeen
114 marvel wonder
115 to marvel at bewonderen
116 to appreciate waarderen
117 appreciation waardering
118 to embarrass in verlegenheid brengen
119 embarrassment verlegenheid
120 embarrassing pijnlijk
121 revenge wraak
122 to revenge wreken
123 to detest verafschuwen
124 prejudice vooroordeel
125 prejudiced bevooroordeeld
126 averse to afkerig van
127 aversion afkeer
128 bias vooroordeel
129 biased bevooroordeeld
130 to fancy zin hebben in
131 grudge wrok
132 to grudge misgunnen
133 radiant stralend
134 to shrink from (shrank - shrunk) terugdeinzen
135 grave ernstig
136 gravity ernst
137 rage woede
138 vengeance wraak
139 to appal schokken
140 appalling afswchuwelijk
141 anguish grote angst
142 to cherish koesteren
143 to esteem waarderen
144 to rage woeden; tekeergaan
145 to worry zich zorgen maken
146 worried / concerned bezord
147 worry / concern zorg; bezorgdheid
148 grateful dankbaar
149 gratitude dankbaarheid
150 attached to gehecht aan
151 indignant verontwaardigd
152 indignation verontwaardiging
153 to fuss zich zorgen maken
154 fuss drukte
155 tense gespannen
156 tension spanning
157 to envy benijden
158 jealous jaloers; afgunstig
159 jealousy jaloezie; afgunst
160 anxious bezorgd
161 anxiety bezorgdheid
162 amiable vriendelijk
163 ghastly afschuwelijk
164 envy jaloezie; afgunst
165 envious afgunstig; jaloers
166 wretched ellendig
167 strain spanning
168 to move ontroeren
169 pride trots
170 proud (of) trots (op)
171 temper humeur
172 to boast opscheppen; pochen
173 reluctant(ly) met tegenzin
174 reluctance tegenzin
175 to adore aanbidden
176 upset van streek
177 to upset van streek maken
178 disgust walging; afschuw
179 nerve lef; durf
180 faith geloof; vertrouwen
181 faithful trouw
182 to confide to toevertrouwen aan
183 confidence vertrouwen
184 confidential vertrouwelijk
185 confident vol vertrouwen
186 (in)sincere (on)oprecht
187 sincerity oprechtheid
188 compulsive shopper winkelverslaafde
189 compulsive gambler gokverslaafde
190 upsetting schokkend
191 affection genegenheid; liefde
192 affectionate liefhebbend
193 to beseech smeken
194 to immerse onderdompelen
195 benevolent welwillend; goedgeefs
196 to regret betreuren
197 regret spijt
198 unanimous unaniem
199 spirit geest
200 spiritual geestelijk
201 thesis stelling
202 myth mythe
203 to trust vertrouwen
204 to distrust wantrouwen
205 trustworthy betouwbaar
206 to (pre)dominate overheersen
207 (pre)dominance overheersing
208 (pre)dominant overheersend
209 resolution voornemen; besluit
210 cunning sluw; listig
211 sensible verstandig
212 conscientious nauwgezet
213 to scrutinize onderzoeken
214 scrutiny onderzoek
215 to subject to onderwerpen aan
216 predominantly voornamelijk; hoofdzakelijk
217 prone geneigd
218 prone to gevoelig voor
219 to resolve besluiten
220 to take account of rekening houden met
221 reverence eerbied
222 to occupy bezig houden
223 preoccupied in beslag genomen; verdiept
224 to interfere in zich bemoeien met
225 interference bemoeienis; inmenging
226 to associate in verband brengen; associëren
227 to betray verraden
228 betrayal verraad
229 traitor verrader
230 to insist on (+ -ing) erop staan; aandringen op
231 goal / objective / aim doel
232 plausible aannemelijk; plausibel
233 to consider overwegen
234 to view bekijken
235 to attend to letten op
236 faculty talent; vermogen
237 to argue stellen; betogen
238 to exert uitoefenen; gebruiken
239 to disregard negeren; in de wind slaan
240 uncompromising star; onbuigzaam
241 to envisage zich voorstellen; zien
242 to recollect zich herinneren
243 recollection herinnering
244 to adhere to zich houden aan
245 to contemplate overwegen
246 to dwell on stil staan bij; uitweiden over
Vocabulum Online Overhoren help

Help voor deze pagina:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken